De naam ABBA is een acroniem van de voornamen van de leden. Toch wordt de naam vaak als Abba geschreven. Op hun albumhoezen wordt de eerste B in de naam vaak in spiegelbeeld geschreven. Dit logo met de in spiegelbeeld geschreven B werd in 1976 voor het eerst toegepast op de hoes van de single Dancing Queen en is ontworpen door Rune Söderqvist. Door de B's te keren naar de A's wilde Söderqvist ook benadrukken dat ABBA uit twee stellen bestond.
ABBA is een van de succesvolste bands ter wereld met meer dan 200 miljoen verkochte albums (en ruim 370 miljoen platen in totaal). Het succes begon toen ABBA in 1974 het Eurovisiesongfestival won met het nummer Waterloo. Manager van de groep was Stig Anderson. In 1983 werd een pauze ingelast, die echter leidde tot het uiteenvallen van de formatie.
Anni-Frid "Frida" Lyngstad zong reeds in haar tienerjaren bij een dansorkest en een big band. Vanaf haar negentiende trad ze op met haar eigen groepje 'The Anni-Frid Four'. In 1967 won Lyngstad met het liedje En ledig dag de grote Zweedse talentenjacht New Faces waarmee ze een nationale bekendheid werd. In 1969 nam ze deel aan het Melodifestivalen, waar ze haar latere EMI-producer en echtgenoot Benny Andersson leerde kennen. In 1971 scoorde ze met de single Min Egen Stad haar eerste nummer 1-hit in de Zweedse hitparade.
Benny Andersson was in de jaren 60 lid van de Zweedse rockband The Hep Stars. Deze groep beleefde tussen 1964 en 1969 in Zweden zijn hoogtepunt en werd gevormd naar het voorbeeld van onder andere Herman's Hermits, The Beatles en The Rolling Stones.
Björn Ulvaeus was lid van de Hootenanny Singers. Deze groep heeft een rustiger geluid dan de Hep Stars en maakt skifflemuziek. Af en toe kruisten de wegen van beide groepen elkaar en dat leidde ertoe dat hij samen met Andersson enkele liedjes schreef.
Agnetha Fältskog, het jongste lid van ABBA, was in haar tienerjaren al bekend. Ze behoorde al voordat ABBA bestond tot de populairste artiesten in haar vaderland. Ze speelde bijvoorbeeld de rol van Maria Magdalena in de Zweedse versie van de musical Jesus Christ Superstar. Ook schreef Agnetha zelf muziek. Ze bracht in Scandinavië vele hitsingles en zes succesvolle soloalbums uit. Ook probeerde ze in Duitsland door te breken. Ze bracht er met haar verloofde Dieter Zimmerman enkele Duitstalige singles uit. Tot een doorbraak in Duitsland kwam het niet en na enige tijd werd de verloving verbroken. Tijdens de opname van een tv-show ontmoette zij Björn, toen een van de Hootenanny Singers.
Begin 1970 waren de heren druk bezig met het opnemen van het album Lycka (Geluk), hun eerste gezamenlijke elpee die in september verscheen en waaraan ook Agnetha en Frida als achtergrondzangeressen meewerkten. Het album bevatte originele liedjes die door henzelf werden gezongen. Björn was intussen een relatie begonnen met Agnetha die op dat moment reeds een gevierde ster was in Zweden. Na een gezamenlijke vakantie op Cyprus in april 1970 besloten de twee koppels om samen op te treden in een variété-show op TV. Onder de naam 'Festfolket' (wat zowel 'feestvierders' als 'verloofden' betekent) brachten ze sketches en imiteerden ze bestaande liedjes. Hun optreden werd maar lauw onthaald al was er toch één liedje dat erboven uitstak: de single Hej gamle man (Hallo, oude man) werd wel een hit en haalde op 1 november 1970 de nummer één in de Zweedse Svensktoppen (hitparade). Het was meteen de eerste hit van het duo 'Björn & Benny' waarin ook Agnetha en Frida duidelijk te horen zijn.
Op 6 juli 1971 traden Agnetha Faltskog en Björn Ulvaeus onder massale belangstelling in het huwelijk. Het groots opgezette society-gebeuren kon rekenen op een uitvoerige verslaggeving door de Zweedse media. De feestvreugde werd evenwel overschaduwd door het overlijden, op dezelfde dag, van Bengt Bernhag. Bernhag was de mede-oprichter, vennoot en producer van Stig Andersons platenmaatschappij Polar Music. Hij was tevens de ontdekker van Björn toen die nog voor de West Bay Singers optrad. In de herfst van 1971 werd met Stig Anderson contractueel overeengekomen dat Bernhags plaats als producer voortaan zou worden ingenomen door Benny en Björn die dan meteen ook als vaste songwriters bij Polar aan de slag konden. De heren maakten van de gelegenheid gebruik om ook hun partners Agnetha en Frida als achtergrondvocalen in de groep te introduceren. Hiermee werden zowel de juridische als de muzikale fundamenten voor het latere ABBA-succes gelegd.
In maart 1972 verscheen met 'She's my kind of girl' de eerste gezamenlijke single van het duo 'Björn en Benny'. Het nummer werd reeds in 1969 geschreven als soundtrack voor de soft-pornofilm Nagon att älska (Inga II: The Seduction of Inga) die uitkwam in 1971. Het lied werd totaal onverwacht een nummer 1-hit in Japan met 500.000 verkochte exemplaren en was daarmee hun eerste buitenlandse succes. Het was voor Björn en Benny de aanzet om, ambiteus als ze waren, Engelstalige popsongs op te nemen en te experimenteren met nieuwe arrangementen en geluiden. Resultaat was de single People need love dat uitkwam in de zomer van 1972. Omdat nu ook de dames manifest te horen waren, werd besloten om de single uit te brengen onder de naam 'Björn en Benny, Agnetha & Frida'. Het liedje werd een bescheiden hit in Zweden, maar in Amerika bereikte het ondanks een mank lopende distributie en nagenoeg onbestaande promotie door het bescheiden Playboy Records toch voor het eerst de officiële hitparades. Gesterkt door dit relatieve succes besloten de vier om de ingeslagen weg verder te zetten. In september 1972 doken ze in Stockholm opnieuw de studio in om de single 'Nina, pretty ballerina' op te nemen.
Vastberaden om met het viertal een internationale doorbraak te forceren besloot manager Stig Anderson om voor de derde maal deel te nemen aan de Zweedse preselectie voor het Eurovisiesongfestival van 1973. Ditmaal zou de single Ring Ring voor een overwinning op het zogenaamde 'Melodifestivalen' moeten zorgen. De bedoeling was om een modern, hip popnummer te maken dat in zou gaan tegen de traditionele songfestivalliedjes van toen. Terwijl Benny en Björn zich bezighielden met het componeren van de muziek schreef Stig er een (Zweedse) tekst bij. Teneinde het liedje een meer internationale uitstraling te geven werd aan Neil Sedaka en Phil Cody gevraagd om een Engelstalige versie van de tekst te maken. Op 10 januari 1973 werd het nummer opgenomen in de Metronome Studio in Stockholm. Geluidstechnicus van dienst was Michael B. Tretow die op dat moment helemaal in de ban was van de Amerikaanse muziekproducer Phil Spector. Spector stond toen bekend als de bedenker van de zogenaamde wall of sound, een opnametechniek waardoor liedjes voller en grootser (bombastischer) gingen klinken, alsof de zangers worden begeleid door een symfonisch orkest. Hij gebruikte hiervoor een legertje aan muzikanten die in de studio op hetzelfde moment dezelfde instrumenten bespeelden. Aangezien dit voor Polar Music veel te duur was, experimenteerde Tretow door meerdere opnames met dezelfde instrumenten te maken, deze samen te voegen en zo toch (de suggestie van) een orkestgeluid te creëren. Het spoor waarop de stemmen stonden, werd iets versneld, waardoor deze hoger klinken dan op de oorspronkelijke opname. Door deze technieken van overdubbing ('double tracking') en meersporenopname ontstond de typische ABBA-sound.
Velen verwachtten dat Ring Ring in de voorronde de overwinning zou behalen, maar het werd de derde plaats. Björn & Benny, Agnetha & Anni-Frid moesten het afleggen tegen 'The Nova and the Dolls' die in Luxemburg de Zweedse kleuren mochten verdedigen. Ondanks de zware ontgoocheling werd de single toch een commercieel succes. Zowel in Zweden en Noorwegen als in enkele andere Europese landen werd het nummer snel een hit. In België en Nederland werd de single op de radio grijs gedraaid, en zelfs in Zuid-Afrika behaalde het de derde plaats. Alleen in Engeland sloeg het liedje niet aan. In maart 1973 werd de elpee Ring Ring uitgebracht. Het televisiedebuut in Nederland maakte ABBA op 8 juni 1973 in het popgrogramma Popzien. Profiterend van het succes van de single ging de groep in de zomer van dat jaar op tournee in hun thuisland. Omwille van het prille moederschap van Agnetha, in februari bevallen van dochter Linda, besloten ze alleen in de weekends op te treden.
Intussen was manager Anderson de lange en onwelluidende groepsnaam zo beu dat hij op zoek ging naar een nieuwe naam die ook internationaal zou aanslaan. Hij kwam op het idee om de namen van de groepsleden af te korten en op een kladpapiertje de beginletters spelenderwijs om te vormen tot het acroniem ABBA. Als publiciteitsstunt organiseerde Stig pro forma nog een wedstrijd door in een lokale krant in Göteborg het publiek over te halen een geschikte naam in te zenden. Allerlei (exotische) namen, gaande van Baba over Fabb tot Alibaba, passeerden de revue maar geen enkele werd behouden. In de zomer van 1973 kondigden de vier en hun manager officieel aan voortaan als ABBA door het leven te gaan. Er was een visverwerkingsbedrijf met dezelfde naam, maar omdat dit enkel in Zweden bekend was kwam men al snel tot een akkoord. De naam is voor het eerst terug te vinden op een papier van de Metronome Studio in Stockholm op 16 oktober 1973 waar de naam 'Björn & Benny, Agnetha & Frida' is doorgekruist en er boven in grote letters ABBA verschijnt. Toen Benny tijdens een fotoshoot voor de grap de letter 'B' omdraaide, ontstond het idee om er een logo mee te vormen. Vanaf 1976 waren de naam en het ABBA-logo, met gespiegelde 'B', een geregistreerd handelsmerk voor promotiemateriaal en gadgets.
Zinnend op revanche voor hun gemiste selectie van het jaar voordien, neemt de band, nu onder de nieuwe naam ABBA, in 1974 opnieuw deel aan het Nationale Songfestival van Zweden, ook wel het Melodifestivalen genoemd. Ditmaal werd het kwartet wel goed genoeg geacht om Zweden in Europa te vertegenwoordigen. Om te breken met de typische, ietwat oubollige 'Dramatische ballade' traditie van het Eurovisiesongfestival, werd gekozen voor het door Björn en Benny geschreven uptempo-nummer Waterloo. In het liedje, dat oorspronkelijk Honey Pie heette, wordt de overgave van Napoleon tijdens de slag bij Waterloo vergeleken met de passionele overgave van een meisje aan haar geliefde. Sommige linkse journalisten in Zweden vonden een dergelijk vrolijk liedje te zingen over een gruwelijke, bloedige veldslag achteraf onverantwoord. Dat ABBA, sinds een recente reglementswijziging, hun nummer niet enkel in hun landstaal maar ook in het Engels mocht brengen, was een bijkomende troef.
Volledig in de sfeer van de toen in de popmuziek heersende glamrock scene, inclusief de obligate, kitscherige glitterkostuums, plateauzolen en stergitaren, brengen ze op 6 april 1974 hun later wereldberoemde versie van Waterloo. Met het swingende ritme, de catchy melodie, de samenzang van twee charmante jongedames, de bescheiden maar voor die tijd ongewone danspasjes, en uiteraard hun frivole outfit maken de vier meteen indruk op pers, publiek én juryleden. ABBA behaalt in Brighton dan ook vlot de overwinning en geeft de 16 andere landen het nakijken. In mum van tijd wordt Waterloo een nummer 1-hit, niet alleen in de Scandinavische landen, maar ook in België, West-Duitsland, Zwitserland en Zuid-Afrika. Zelfs in de Angelsaksische landen, en zeker in Engeland, scoort het nummer uitstekend. En met een zesde plaats in de Billboard Hot 100, breekt ABBA nu eindelijk ook door in de Verenigde Staten. Uit de elpee Waterloo werden naast het gelijknamige titelnummer ook nog Honey, Honey, Hasta Manana en King Kong Song als single op de markt gebracht.
Om zo veel mogelijk lange, dure en vermoeiende (vliegtuig)reizen en tournees te vermijden maar toch een zo groot mogelijk internationaal publiek te bereiken, kwam manager Stig Anderson op het idee om, in navolging van de Beatles in de jaren 60, de liedjes te voorzien van een zgn. 'film clip' of 'promo clip', de voorloper van de latere videoclips. Anderson engageerde daarvoor de jonge maar ambitieuze filmregisseur Lasse Hallström. Hallström slaagde erin om, aanvankelijk met bescheiden middelen, van vele ABBA-singles ook een visuele attractie te maken. De kleurrijke, vaak vernieuwende filmpjes die de songs begeleidden en waarvan 'Waterloo' het eerste nummer was, hebben zeker bijgedragen tot de doorbraak en het succes van de groep in verre landen als Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika.
In het Verenigd Koninkrijk behaalde ABBA pas een nieuwe top 10-hit met SOS uit de derde elpee ABBA van 1975. Agnetha nam dit nummer ook op in een soloversie voor haar Zweedstalige album Elva Kvinnor I Ett Hus (Elf vrouwen in één huis). In de tussentijd scoorde ABBA in diverse andere landen grote hits met nummers als Honey, Honey, So Long en I Do I Do I Do I Do I Do. Laatstgenoemde single deed het ook goed in de Verenigde Staten en bereikte daar een vijftiende plaats. Na SOS was de status van eendagsvlieg definitief verdwenen.
Na 1975 kwam wereldwijd succes met onder meer Mamma mia en Fernando. Dit laatste nummer werd in eerste instantie speciaal geschreven voor Frida's Zweedstalige album Frida Ensam. ABBA besloot echter een Engelstalige versie op te nemen. De single groeide uit tot een van ABBA's grootste hits. In Australië stond het nummer zelfs 14 weken lang op nummer 1. Intussen was een eerste Greatest Hits-album verschenen dat in Engeland na Bridge Over Troubled Water van Simon & Garfunkel de bestverkochte elpee van de jaren zeventig werd. Daarna volgden Money, Money, Money, Knowing Me, Knowing You en Dancing Queen van de elpee Arrival uit 1976.
In 1976 scoorde het viertal met het euforisch klinkende Dancing Queen een wereldhit en tevens hun eerste en enige nummer 1-hit in de Verenigde Staten. De single ging 8,7 miljoen keer over de toonbank en stond in vijftien landen op de eerste plaats. Zoals vele ABBA-hits ontstond Dancing Queen in het zomerhuisje van Benny en Björn op het afgelegen eilandje Viggsö, zo'n 30 kilometer ten oosten van Stockholm. Omgeven door de rust en de schoonheid van de natuur en vergezeld door een kleine vleugelpiano en een oude gitaar, vonden de heren de nodige inspiratie om liedjes te schrijven en te componeren.
In 1977 verscheen de film ABBA: The Movie, waarin de band en de bandleden de hoofdrol speelden. De film was een verslag van de tour door Australië met daarin een verhaallijn over een deejay die probeert ABBA te strikken voor een interview. De concertopnamen laten ABBA op zijn best zien en de film laat tevens zien hoe enorm populair ABBA in Australië was. Men sprak daar zelfs van een ABBA-mania. Van het vrijwel tegelijkertijd verschenen album ABBA - The Album kwamen hits als Take a Chance on Me, Thank You for the Music, The Name Of The Game en Eagle. Dit laatste nummer verscheen slechts in een beperkt aantal landen op single. In 1978 was ABBA uitgegroeid tot een megagroep. In mei deed ABBA een serieuze poging om ook de Verenigde Staten volledig te veroveren. ABBA reisde naar de Verenigde Staten en trad op in een special van de razend populaire Olivia Newton-John. Het offensief leek zijn vruchten af te werpen. Take A Chance On Me werd na Dancing Queen ABBA's grootste hit in de Verenigde Staten en bereikte een derde plaats en ook ABBA - The Album verkocht uitstekend en bereikte een veertiende plaats. ABBA's Amerikaanse platenmaatschappij borduurde niet voort op dit succes en bracht in dat jaar geen enkele nieuwe ABBA-single uit. In 1978 verscheen er voor het eerst geen nieuwe ABBA-elpee, wel een nieuwe single, het disco-getinte Summer Night City.
1979 begon met slecht nieuws: vrijwel tegelijk met het verschijnen van de gloednieuwe single Chiquitita kondigden Agnetha en Björn hun echtscheiding aan. Het werken met de groep leek er niet onder te lijden. In mei verscheen de langverwachte nieuwe elpee Voulez-Vous, die opviel door zijn dansbare en ritmische karakter. Van de elpee werden naast Chiquitita nog drie andere singles uitgebracht die alle grote hits werden: Voulez-Vous, Does Your Mother Know en I Have A Dream. Op 13 september startte ABBA's tweede (en laatste) grote tournee. Deze keer werden voor het eerst ook de Verenigde Staten aangedaan. Het Amerikaanse publiek reageerde enthousiast op de groep, maar het was merkbaar dat ABBA daar nog niet zo'n gevestigde naam was als elders in de wereld. Anders dan in andere landen werd niet iedere nieuwe ABBA-single automatisch een top 10-hit. De single Voulez-Vous/Angeleyes, die in de Verenigde Staten tijdens de tournee werd uitgebracht, kwam bijvoorbeeld niet hoger dan een 64e plaats. In Europa verscheen tijdens de tournee de nieuwe single Gimme! Gimme! Gimme! (A Man After Midnight) en tevens het tweede verzamelalbum Greatest Hits Vol. 2.
In januari 1980 werd de laatste hand gelegd aan het volledig Spaanstalige album Gracias Por La Musica, dat in mei in enkele landen verscheen. Deze elpee werd onverwacht ook in Japan een groot succes. In maart van dat jaar reisde ABBA naar Japan voor enkele concerten, die uiteindelijk ABBA's allerlaatste bleken te zijn. In de zomer verscheen de nieuwe single The Winner Takes It All, die leek te verwijzen naar de scheiding tussen Agnetha en Björn. In november werd de nieuwe elpee Super Trouper en de gelijknamige single uitgebracht. Zowel de elpee als de single stonden binnen de kortste keren weer bovenaan de hitlijsten.
In februari 1981 kondigden Frida en Benny, het andere ABBA-paar, volkomen onverwacht hun echtscheiding aan. Er werd druk gespeculeerd of ABBA een tweede echtscheiding zou kunnen overleven, maar de groep benadrukte dat dit geen gevolgen had voor de samenwerking. Al snel bleek dat het moeilijk was een geschikte nieuwe single uit te brengen. In de zomer verscheen nog wel een speciale 12-inch single van Lay All Your Love On Me, een nummer van de elpee Super Trouper, maar de rest van het jaar was het op platengebied stil rond ABBA. Pas in december verscheen de gloednieuwe ABBA-single One Of Us, vrijwel tegelijk met de nieuwe elpee The Visitors. Zowel de clip als de tekst van One Of Us waren een totale stijlbreuk met de tot dan vrolijke ABBA-sound en imago. De privéproblemen bij de ABBA-leden leken ook te worden weerspiegeld in de nummers op de nieuwe elpee. De elpee was veel serieuzer en melancholischer van aard dan voorheen, met songs over Russische dissidenten, het verstrijken van de tijd en relaties die tot een einde komen. Op de elpee stonden voor het eerst ook veel minder mogelijke singlekandidaten. In de meeste landen werd als opvolger Head Over Heels uitgebracht, maar deze single werd slechts in een klein aantal landen, waaronder Nederland, een hit.
Begin 1982 waren er nog plannen om een geheel nieuwe ABBA-elpee uit te brengen. In mei ging de groep de studio in en nam drie nieuwe nummers op. Een creatieve crisis leek zich aan te dienen, want geen van deze nummers werd door ABBA goed genoeg bevonden om op dat moment uit te brengen. De plannen voor een nieuwe elpee werden daarom al snel terzijde geschoven. In plaats daarvan werd gekozen voor een dubbel verzamelalbum met daarop alle grote ABBA-hits uit de voorgaande tien jaar en twee nieuwe singles. In augustus 1982 ging de band opnieuw de studio in om drie nieuwe nummers op te nemen. Twee daarvan werden uitgebracht als single. De eerste, The Day Before You Came, verscheen in oktober en werd in verschillende Europese landen, met uitzondering van Engeland, een grote hit. De tweede single, Under Attack, verscheen in december en wist alleen in Nederland en België de top 5 te bereiken. De in november verschenen elpee The Singles deed het daarentegen wel goed in de internationale lijsten. Met dit wereldwijd nummer 1-album sloot ABBA zijn bestaan af.
ABBA's laatste publieke optredens, voor de revival, dateren van 6 november en 11 december 1982 toen de groep n.a.v. hun tienjarig bestaan bij de BBC One te gast was in The Late, Late Breakfast Show van presentator Noel Edmonds. In 1983 laste de groep een rustperiode in die uiteindelijk definitief bleek te zijn. Ter gelegenheid van Stig Andersons verjaardag op 16 januari 1986 verzamelden de groepsleden wel nog even in een Zweedse opnamestudio om samen Stigs oude folkhit 'Tivedshambo' te zingen.
De ABBA-leden leken ook muzikaal uit elkaar te zijn gegroeid. Benny en Björn wilden zich toeleggen op het schrijven van een musical, terwijl Agnetha en Frida geïnteresseerd waren in een internationale solocarrière. In de jaren daarna gaven de ABBA-leden af en toe aan niets tegen het opnemen van een nieuwe ABBA-elpee te hebben, maar het kwam er niet meer van.
Nadat ABBA was opgehouden als groep te bestaan, legden Björn en Benny zich gezamenlijk toe op het componeren van muziek voor musicals. Een van de eerste was Chess (1984), waarvoor Tim Rice (samen met Björn) de tekst schreef. Chess draaide drie jaar lang in Londen en in 1988 kwam ook een Broadway-versie uit. Deze werd echter geen succes, wat te wijten was aan een gewijzigde opzet. Björn en Benny hadden echter een goed gevoel bij musical, wat overigens ook al tijdens de tournees van ABBA bleek. In 1999 ging de op de gelijknamige ABBA-hit gebaseerde musical Mamma Mia! in première in Londen. Het zou een groot succes worden, met vertalingen in vele landen. In 2006 werkten Benny en Björn aan de Engelse versie van hun musical Kristina från Duvemåla (Kristina uit Duvemåla), die op Broadway in première moest gaan. Benny was verder actief met zijn folkmuziekband BAO. In 2007 verschenen er berichten in de pers dat Benny met zijn groep een oud ABBA-nummer uit 1979, dat niet eerder op cd was verschenen, zou opnemen en uitbrengen. De heren hebben, na Chess, Kristina en Mamma Mia!, te kennen gegeven een nieuw idee te hebben voor een nieuwe musical. In april 2010 verscheen de liveregistratie van het concert van 'Kristina' in de Carnegie Hall in New York op cd.
Agnetha en Frida gingen beiden op solotournee. In 1982 bracht Frida haar album Something's Going On uit, dat door Phil Collins geproduceerd werd. De elpee liet een totaal ander geluid horen dan men van ABBA gewend was. Van dit album verkocht de zangeres ruim 1.5 miljoen exemplaren. De debuutsingle I Know There's Something Going On werd een nummer 1 hit. In de Verenigde Staten bereikte de single een dertiende plaats. Zwaar ontgoocheld na het mislukken van haar tweede Engelstalige album, Shine (geproduceerd door Steve Lillywhite), besloot zij te stoppen met haar internationale solocarrière. Sindsdien heeft ze nooit meer een Engelstalig album opgenomen. In de jaren daarna was ze wel nog te horen op albums van andere artiesten zoals Ratata met wie ze de ballade Så länge vi har varann (Zolang we elkaar hebben) zong. Dit waren vooral eenmalige gastoptredens, gericht op de Zweedse markt.
Een echte solocomeback maakte Frida in 1996 in Zweden met het door Anders Glenmark geproduceerde album Djupa Andetag. Dit volledig Zweedstalige album kwam alleen in Zweden uit. Frida nodigde zelfs Agnetha uit om een van de nummers op de cd als duet op te nemen, maar Agnetha weigerde. Marie Fredriksson van Roxette nam haar plaats in. De cd werd in Zweden een hit en behaalde zelfs de eerste plaats. Geen van de drie singles van het album wisten echter de Zweedse top 10 te bereiken.
In 2006 verscheen er van Frida een dvd met een retrospectief van haar carrière en een uitgebreid (nieuw) interview met Frida zelf. De dvd werd tevens uitgebracht in een boxset, samen met vier soloalbums van Frida. Alhoewel gepland was dat de dvd overal ter wereld verkrijgbaar zou zijn, verscheen hij alleen in Zweden en Nederland in de winkels. In 2004 neemt ze het speciaal voor haar geschreven nummer The Sun Will Shine Again op van vriend en voormalig Deep Purple-toetsenist Jon Lord. Zij heeft het nummer tijdens het concert van Lord in Keulen live gezongen. Ook verscheen Frida samen met Lord in diverse Duitse tv-programma's om zijn album onder de aandacht te brengen. Samen met Jon Lord en anderen is Frida ook betrokken bij de organisatie van het jaarlijks muziekevenement in Zermatt 'Zermatt Unplugged". In 2011 wordt bij Jon Lord alvleesklierkanker geconstateerd, een jaar later overlijdt hij. In oktober 2010 zingt Frida een cover van Cat Stevens 'Morning Has broken' op het album Reconnection van Georg Wadenius. In 2014 neemt Frida samen met Dan Daniel het nummer '1865' op, dat in januari 2015 wordt uitgebracht. De opbrengsten van deze single komen ten goede aan Frida's en Dan Daniels stichting "Kinder in Not". Deze stichting steunt kleinere projecten ten behoeve hulp aan kinderen (bijvoorbeeld Schmetterlingkinder).
In 1982 nam Agnetha met de Zweedse artiest Tomas Ledin de duetsingle Never Again op. Deze single, die vooral bedoeld leek om de internationale carrière van Ledin een zetje te geven, werd in enkele landen, waaronder Nederland, Duitsland en België een succes. Een Spaanstalige versie wist in Chili de eerste plaats van de hitparade te bereiken. In hetzelfde jaar nam Agnetha de hoofdrol in de film ' Raskenstam' voor haar rekening. Agnetha's solocarrière begon pas echt en veelbelovend met haar eerste internationale soloalbum Wrap Your Arms Around Me. Met de eerste single van het album The Heat Is On scoorde zij in veel Europese landen een van de grootste zomerhits van 1983. Ook de tweede single, Wrap Your Arms Around Me, deed het goed. In Amerika wist ze met de single "Can't Shake Loose" de top 20 van de Billboard charts te bereiken. Van het album werden uiteindelijk wereldwijd meer dan 2,2 miljoen exemplaren verkocht.
Het tweede internationale album, Eyes Of A Woman (1985), waarop Agnetha samenwerkte met producer Eric Stewart (ex-10cc), was met de verkoop van 700.000 exemplaren minder succesvol. In Nederland werden vier singles van het album uitgebracht, waarvan de eerste, I Won't Let You Go (door Agnetha zelf geschreven), een hitsucces werd (in Nederland, maar ook in de rest van Europa). In 1986 zong zij met Ola Håkansson het duet The Way You Are, het nummer stond wekenlang op de eerste plaats van de Zweedse charts.
In 1987 verschijnt haar derde Engelstalige album, I Stand Alone (geproduceerd door Peter Cetera van Chicago) met de Billboard-hit I Wasn´t The One in Amerika. Agnetha verkoopt in Scandinavië maar liefst 300.000 albums van I Stand Alone en staat acht weken op nummer 1 in Zweden. Daarbuiten doet het album het minder goed.
Vanaf 1989 last Faltskog een sabbatperiode in. Agnetha wil zich nu vooral richten op haar kinderen en haar persoonlijk leven en stopt met zingen. In 1996 bracht Agnetha haar autobiografie Som jag är (Zoals ik ben) uit.
In 2004 maakte ze haar echte comeback met het album My Colouring Book, een album met nummers van Agnetha's jeugdidolen zoals Petula Clark en Doris Day. Ondanks een bewust bescheiden gehouden promotiecampagne werd het album met bijna één miljoen verkochte exemplaren wereldwijd goed ontvangen. De cd bereikte in Scandinavië en verscheidene Europese landen de top 10 en in Zweden stond het wekenlang op de eerste plaats. De single If I Thought You'd Ever Change Your Mind, oorspronkelijk gezongen door Cilla Black, wist zelfs de Britse top 10 te halen in de midweek sales van mei 2004. Met deze hit scoorde Agnetha de grootste solo hit na ABBA, van alle vier de ABBA leden. In de volgende jaren verschenen nog regelmatig verzamelalbums met haar grootste hits van voor en na haar ABBA-periode.
In mei 2013 verschijnt na 9 jaar haar nieuwe album A met alleen origineel nieuw materiaal. Met name in Engeland, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Ierland, België, Denemarken, Australië en Zweden doet deze cd het erg goed en behaalt de status platina. In Nederland weet de cd de vierde plaats in de officiële charts te bereiken. De cd is geproduceerd door Jorgen Elofsson en Peter Nordahl en verkoopt wereldwijd bijna 1 miljoen exemplaren. In november 2013 zong Agnetha tijdens een groot liefdadigheidsconcert in Londen het nummer 'I should have followed you home' in een duet met Gary Barlow. 40 jaar na 'Waterloo' is zij daarmee de enige van ABBA die solo internationaal nog actief is.
In de jaren tachtig leek ABBA grotendeels uit de schijnwerpers te zijn verdwenen. In 1992 beleefde ABBA's muziek een revival. Aanleiding was het succes van de EP Abba-esque van de Britse band Erasure. Na het opnieuw uitbrengen van de single Dancing Queen werd op 21 september 1992 de verzamel-cd ABBA Gold: Greatest Hits op de markt gebracht. Met in totaal zo'n 28 miljoen verkochte exemplaren wereldwijd is de cd intussen niet alleen ABBA's best verkochte album ooit maar tevens een van de best verkochte internationale popalbums aller tijden. Al snel werd de opvolger More ABBA Gold uitgebracht alsmede een box met 4 cd's, getiteld Thank You For The Music. Deze laatste twee uitgaven bevatten zeldzaam en niet eerder uitgebracht materiaal.
Op 6 april 1999 (precies 25 jaar nadat ABBA met Waterloo het Songfestival wint) gaat in Londen de musical Mamma Mia! van start. Deze bevat de songs van ABBA, maar heeft een verhaal dat niet over de leden zelf gaat. Het wordt overal in de wereld, in verschillende talen, opgevoerd. In 2004 wijst het viertal een aanbod van 1 miljard dollar af voor een eenmalige reünietournee van 100 concerten.
Op 14 februari 2005 verschenen alle ABBA-leden voor het eerst sinds 1986 weer samen in het openbaar op de première van de musical Mamma Mia! in het Cirkus Theater in Stockholm. Bij het stoppen van de musical in 2007 waren Agnetha, Benny en Björn in Stockholm aanwezig. Na afloop zong Agnetha live met collega Tommy Körberg het duet 'True Love' met Benny aan de piano. Tijdens een 2,5 uur durende live-uitzending op 22 oktober 2005 ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Eurovisiesongfestival kozen kijkers uit heel Europa Waterloo tot het beste songfestivallied aller tijden. Geen van de leden haalde de prijs persoonlijk op.
Op 4 juli 2008 kwamen alle ABBA-leden voor de tweede maal weer samen in het openbaar, ditmaal bij de première van de film Mamma Mia! in Stockholm, waar Frida en Agnetha samen een dansje maakten met Meryl Streep. De vier verschenen samen met de acteurs op het balkon van het hotel waar de première plaatsvond en werden door het publiek toegejuicht. Tijdens het feest na de première beklemtoonden ze dat er van een reünie geen sprake kan zijn. Het viertal wil naar eigen zeggen geen coverband van zichzelf worden.
In januari 2009 namen Agnetha en Frida samen in Stockholm de Rockbjorn Lifetime Achievement in ontvangst. Beiden maakten in interviews naar aanleiding van deze gebeurtenis nog eens duidelijk dat er van ruzie of onenigheid tussen hen nooit sprake was geweest en dat zij elkaar juist altijd gesteund hebben. In januari 2010 werd in Londen de ABBAWORLD Exhibition geopend. Björn en Frida woonden deze opening bij. Op 15 maart 2010 werd ABBA, in aanwezigheid van Benny en Frida, opgenomen in de prestigieuze Rock and Roll Hall of Fame. Faith Hill zong 'The Winner Takes It All', hierbij begeleid door Benny op de piano. In juni openen Agnetha en Benny ABBAworld in Australië via een videoboodschap. Op 15 oktober 2010 verschenen Agnetha en Bjorn samen op de première van 'Mamma Mia!' in Kopenhagen.
In de herfst van 2012 werden bij Madame Tussaud in Londen ook wassen beelden van Frida, Björn, Benny en Agnetha onthuld.
In mei 2013 werd in Stockholm, in aanwezigheid van Andersson, Lynstad en Ullvaeus, het ABBA The Museum geopend. Het werd ondergebracht in één pand samen met de Swedish Music Hall of Fame. Agnetha vertoefde op dat moment in Londen om haar nieuwe album te promoten. Tevens werd bekendgemaakt dat in Engeland van het verzamelalbum ABBA Gold 5,1 miljoen exemplaren waren verkocht. Het was hiermee de op één na bestverkochte cd in Engeland (na Queen).
6 april 2014 markeerde de 40ste verjaardag van de ABBA-overwinning op het Eurovisiesongfestival. Om het jubileum te vieren stelde het ABBA-museum in Stockholm een speciaal koor samen dat die dag samen met Benny Andersson een uitgebreid optreden gaf. De dag erna, op 7 april, organiseerde de uitgever van ABBA: Het officiële fotoboek een feest in het modernekunstmuseum Tate Modern in Londen. Frida en Björn namen de eerste twee exemplaren van het fotoboek in ontvangst. In september 2014 verscheen het album ABBA Live at Wembley. Dit album is een registratie van een van de vijf concerten die ABBA in november 1979 gaf in Londen.
De bandleden van ABBA verschenen op 20 januari 2016 voor het eerst sinds acht jaar weer samen in het openbaar bij de opening van een eigen Grieks restaurant van Björn Ulvaeus in Stockholm. In juni 2016 vierden Ulvaeus en Andersson het feit dat zij elkaar 50 jaar geleden hebben ontmoet en hun samenwerking begon. Tal van artiesten waarmee zij door de loop der jaren heen mee hebben samengewerkt woonden dit feest bij, waaronder ook Fältskog en Lyngstad. De dames traden deze avond zelfs samen op en brachten het ABBA-nummer The way old friends do live ten gehore. Dit nummer werd tijdens hun wereldtournee in 1979 altijd ter afsluiting van concerten gespeeld.
De invloed van ABBA op de popmuziek is groot geweest, hun muziekstijl werd door velen gekopieerd. Reeds in de jaren zeventig namen veel groepen de formule van twee dames en twee heren over, voorbeelden hiervan zijn Brotherhood of Man, Bucks Fizz, Champagne. Zangduo?s met een blonde en een donkere dame werden gevormd, zie bijvoorbeeld Maywood (duo), die ook het idee om nummers in het Spaans te zingen, overnamen. De kleding van de clip Money, Money, Money, waarbij Agnetha geheel in het wit was met parels en Frida geheel in het zwart was met robijnen, werd gekopieerd door Baccara.Toen ABBA in 1979 een kinderkoor liet optreden in I Have a Dream, werd de hitparade daarna overspoeld met nummers met kinderkoortjes, bijvoorbeeld Oscar Harris met Song for the children. Buiten Nederland werd het idee overgenomen door Pink Floyd met Another Brick in the Wall.
Het basisconcept voor de musical Mamma Mia was het gebruiken van de bestaande nummers in een nieuw verhaal. Opnieuw bleek ABBA een trendsetter te zijn. Het Mamma Mia-concept werd overgenomen door de Dolly Dots, Doe Maar en Queen. De televisieserie Moeder, ik wil bij de Revue met liedjes van Wim Sonneveld is ook een uitwerking van dit concept.
26.08.2017 14:28:19